dinsdag 1 januari 2019

een overzicht

https://www.1001-vrouwen.nl/vrouwenlexicon

gekleurde bomen in Brugge


a happy new year


Zo een nieuw jaar ingezet en huppeldepup nieuwe wensen à volonté, een rits van gezondheidswensen tot andere leuke ambities enzovoort et cetera. Ik kan ervan genieten en dan vraag ik me af waarom 1 januari zo symbolisch is. Waarom lees je dit? Het antwoord is de roes, een georganiseerd moment waarop we volop uit de bol gaan en terecht. Wat mag 2019 voor u brengen?

Veel positiviteit om een nieuw verhaal te schrijven? Iedereen schrijft een verhaal, maar sommigen schrijven het echt neer op papier, lees een tablet of een computer. Er zijn leerkrachten die hun studenten of leerlingen naar verre oorden zullen brengen met cijfers en woorden. Er zijn ook directeurs die zullen nadenken over het geheel en hoe alle delen passen, er zijn mensen die competitief een nieuwe sportgrens zullen bevestigen, er zijn ook mensen die van hun hobby hun beroep kunnen maken, zowat iedereen. Ja, zoveel wensen, zoveel nieuws en dat alles omdat we ons beste beetje voorzetten. I wish you I wish you I wish you ahja a happy new year 😉.

zondag 23 december 2018

een uitstap naar Brussel en haar museum

Een gebouwencomplex, zo noemde leraar-mentor Lieven Defour het Museum voor Schone Kunsten in Brussel. Zalen sluiten bij elkaar aan met een nummer, verdiepingen gaan van -8 tot  +3.

De weg van het Centraal station naar de Kunstberg is al even heuvelachtig als de verdiepingen in het museum. Ik blijf even stilstaan bij de indruk die je kan ervaren bij het zien van het bic-kunstwerk van Jan Fabre in de trappenhal in het museum, een highlight. Twee ogen van een vrouw, een uil en een vlinder figureren in het blauwe uur, het uur waarop nachtdieren zwijgen en de dagdieren nog niet ontwaken. Het is een prachtig concept om het blauwe schijnsel te creëren in een museumtraphal.

Het hoeft geen betoog dat ons ‘landje’ een ideale voedingsbodem is voor internationale kunst. Belgische meesters in de schilderkunst hebben hun sporen nagelaten in het buitenland. Ik denk bijvoorbeeld aan de verzameltentoonstelling van Bruegel die tot eind januari in Wenen loopt. In de Bruegelzaal in het museum in Brussel worden eveneens enkele originele Pieter Bruegels getoond, onder andere ‘De val van de opstandige engelen’. Er zijn ook schilderijen van zoon Jan Bruegel 1 en 2 te zien. Verrassend is het wanneer je de schilderijen van vader en zoon met elkaar vergelijkt. Hetzelfde schilderij, maar andere kleuren, lichte verschillen, kortom zoek de tien verschillen in het Royal Museum of Fine Arts.

Details, daar draait het om, dat komen we te weten in de uitleg van leraar Lieven en ook door de stem van de audioguide die ons door de tijdelijke tentoonstelling Berlin 1912 – 1932 loodste. De roaring twenties of het interbellum dat van Berlijn een grootstad maakte, laten hun sporen na in de kunst. Zowel in schilderijen als in video’s worden we ondergedompeld in een tijd die vruchtbaar werd door het stadsleven. Metropolis, de film van Fritz Lang en het schilderij van Paul Citroen, zijn even legendarisch, als de soms gruwelijke en fascinerende oorlogstaferelen van Otto Dix en de Frauen auf der Straβe van Ernest Ludwig Kirchner. Ja, Paul van Ostaijen, Belg en wereldburger, heeft ook een aantal jaren in Berlijn doorgebracht. Zijn dadaperiode werkt nu nog ontzettend door in de Nederlandstalige literatuurgeschiedenis.

Ik keer terug naar de details die je merkt in een uitleg. Les XX, voor mij een totaal nieuwe groepering, opent perspectieven. Het is opmerkelijk hoe kunstenaars samenkomen om tentoon te stellen, ja ook heerschap James Ensor, lid van les XX, kan je ontdekken in het fin de sièclemuseum, je gaat in het ondergrondse zalencomplex en dan zie je de maskers van James Ensor, de sensuele dames van Alfons Mucha of de symbolische geladenheid in de werken van Fernand Khnopff. Overigens ontbraken enkele werken van de symbolische grootmeester. Wellicht bekoren zijn schilderijen nu veel kijklustigen in het Petit Palais in Parijs. Daar loopt op dit moment een tentoonstelling over Fernand Khnopff.

Over highlights gesproken, hoogtes scheppen inzicht, dat hebben we gemerkt toen we de lift namen naar de topverdieping in het Muziekinstrumentmuseum. What makes a day? Een koffie natuurlijk en de uitleg van Brusselse ket Rik die ons de Zennevallei toonde, die nu een drukke stad geworden is. Torens sieren of ontsieren the view, aan u de keuze, maar het Muziekinstrumentenmuseum, een kunstwerk dat uit glas en staal bestaat, fascineert ons nog altijd. Jugendstil.

En dan namen we de trein terug naar Roeselare. Af en toe verdween nog iemand om een krant of een koffie te vinden, maar met acht, goed geteld, kwamen we in eindstation Roeselare aan, om te kunnen zeggen, ja, onze kennisdiamant is op het vlak van kunstgeschiedenis een facet rijker.

donderdag 20 december 2018

dinsdag 27 november 2018

vrijdag 9 november 2018

5 vragen aan dhr. Daniel Billiet, poëziecoach en dichter


Wat is literatuur volgens jou?

Er is een verschil tussen literatuur en lectuur. Bij literatuur moet de tekst flink doorwerken bij de lezer. Het kan ook doorwroeten of doorspelen zijn. In die zin heeft literatuur weerhaakjes. Lectuur is zoals een snoepje. Je eet het op en de ervaring is snel voorbij. Literatuur en lectuur zijn daarin tegengesteld.

Welke literaire samenwerking bracht jou geluk?

Het zit soms in kleine dingen. Roland Jooris, die net als ik vroeger in Kalken woonde, was een fervent fietser en een bevriend dichter. Af en toe spraken we elkaar voor het hek van mijn huis. Deze losse babbels gingen altijd over gedichten of over literatuur in het algemeen. Precies het ongedwongen karakter van de gesprekken zorgde voor diepgang.

Een tweede mooie herinnering is ‘Te boek door Gent’. Dit literaire project bracht 13-14-jarigen samen in een leesproject. Samen met Francine De Schepper van de Jeugdbibliotheek in Gent zette ik mijn schouders onder dit project. De auteurs waren verspreid over de stad en de leerlingen konden met alternatieve middelen de auteurs bereiken. Dit kon bijvoorbeeld met tandems, bootjes of een tram. De organisatie van dit event was soms complex. Waar vind je in hemelsnaam twaalf tandems? Het zoeken naar oplossingen vond ik fijn en het plezier dat ik opmerkte bij de jongeren, gaf me ook geluk.

Een derde project waarop ik heel trots ben, is de samenwerking met WOCK (Werkgroep Onderwijs, Cultuur en Kunst) in de stad Gent. Met deze werkgroep kon ik 5 tot 7 lees- en schrijfprojecten opstarten in taalarme klassen. We schreven onder andere een nachtboek en ’s avonds konden de leerlingen bij kaarslicht hun verhalen voorlezen aan elkaar.

Wat is essentieel bij het schrijven?

Je moet je in feite voortdurend de volgende vraag stellen: ‘Heb ik voldoende moed en durf om heel veel los te laten om me vervolgens te concentreren op wat ik echt wil?’ Dit kan zowel op het vlak van inhoud als stijl zijn. In feite mag je je niet te snel laten beïnvloeden. Dit remt het schrijfproces af.

Wat kan je als een hoogtepunt in je carrière beschouwen?

Ik ben heel trots op de documentaire ‘Drie vrouwen’ die twee keer op Canvas werd getoond. Voor deze documentaire deed ik de regie en ik zorgde voor de interviews. Kristof Bilsen filmde het geheel.

Deze documentaire is eigenlijk het resultaat van een aantal processen die voorafgingen aan de documentaire. Eerst gaf ik enkele schrijfworkshops in de gevangenis. Het verteltheater ‘Het schijnt dat er bijna geen mussen meer zijn’ is dan ontstaan, doordat Geertrui Daem, Erik Vlaminck, Stefan Brijs en ik samen kwamen en de resultaten van de diverse workshops in gevangenissen samen puzzelden.

Daarna volgde ‘Het huis dat tussen doornen staat’. Maandenlang ging ik iedere week een namiddag met de gevangenen samen zitten en ze vertelden aan me hun ervaringen omtrent één thema. Dit kon bijvoorbeeld het lawaai in de gevangenis zijn of het leven na de gevangenis. Vervolgens schreef ik dat uit tot één of meerdere toneelscènes. Achteraf bespraken we dat en we voegden dingen toe of schaafden bij.

Vanuit de vertrouwensband die ik opgebouwd had met de gedetineerden kon ik een prachtige documentaire maken waarover veel mensen verbijsterd waren.

Lees je vaak boeken en hoe selecteer je de boeken?

Vrienden en kennissen geven me soms een boekentip. Naar die tips luister ik heel vaak. Vroeger was ik een veellezer, maar nu ben ik kieskeuriger. Ik lees vaak poëzie, omdat ik op de hoogte wil zijn van het reilen en zeilen van de poëzie. Ik lees ook non-fictie. Onlangs las ik een mooi boek over bomen, ‘Tot in de hemel’ van Richard Powers. Dit boek is zowel wetenschappelijk als verhalend. Het is bovendien heel vlot geschreven.

Alvast dank voor dit interview.

donderdag 8 november 2018

vliegruimte


iemand vertelde mij
dat er elke dag wat licht is
ik weet niet of ik dat kan verzinnen
of het licht zo ver kan raken

zeus speelde met donder en bliksem
helios reed met de zonnewagen
maar prometheus stal het vuur en
phaeton stortte neer

ik zwaai soms even
van oost naar west
alsof het opnieuw beginnen kan

die eerste goeiedag
in een andere taal
in een ander land

                                               Tom Veys